24 juli Chipinda Pools naar Bulawayo 480 km
We vertrekken laat.
Eerst bij de receptie de vorige dag gepost en toen op pad.
Bulawayo is de 2e grote stad in Zimbabwe na Harare.
De weg ernaar toe is een asfaltweg.
Dat klinkt natuurlijk geweldig als je 480 km moet rijden maar….dit is Afrika….
Het is een 2 baans weg en je mag er 120 km per uur rijden.
Er is geen berm en de randen zijn lekker onaf gewerkt.
Dat is op zich allemaal nog geen probleem totdat je lekker met 80 km per uur over de weg rijdt en er ineens koeien oversteken.
Vol in de ankers en dan vooral niet stil gaan staan, als jij stil staat gaan de koeien ook stil staan en dat schiet niet op.
Dus rustig door rijden en hopen dat ze allemaal doorlopen, een koe op je motorkap is geen optie.
De koeien zijn een kostbaar bezit van een boer hier.
Er zijn niet alleen koeien maar de Zimbabwanen fietsen namelijk ook graag en vooral langs de hoofdweg.
Ze fietsen je tegenmoet aan jouw kant van de weg en schieten de berm in zodra ze je zien.
Goed uitkijken en opletten dus.
Vervolgens heb je nog de geiten en er kan ook ineens een markt langs de weg zijn.
Aan beiden kanten kraampjes met kleding, eten, snoep en golfplaten voor op de dakjes en daar lopen de mensen en kinderen rustig langs en steken over.
Stel je eens voor dat zoiets gebeurt langs de A67 ofzo.
Afijn, het werd een lange rit.
In Bulawayo hadden we een kampeerplek bij een lodge gereserveerd. Er was verder helemaal niemand en de eigenaar kwam vertellen dat hij er die avond ook niet was.
Heerlijk rustig.
Een nadeel het was er verschrikkelijk koud, Bulawayo ligt op 1300 meter hoogte en daardoor is het zeer koud zodra de zon weg is.
Heerlijk vuurtje en op tijd naar bed.
Het was een lange rit maar we zijn op weg naar Hwange en dat is aan de andere kant van Zimbabwe.
23 juli Chinguli campsite naar Chipinda Pools campsite 55 km
Het was bewolkt toen we vanochtend wakker werden, erg jammer. Het zorgde er wel voor dat we tijd hadden voor een uitgebreid ontbijtje.
Tomaatje bakken, eitje erboven en ik een glutenvrij broodje terwijl de rest een gewoon broodje eet.
Kopje koffie erbij en wie doet ons wat?
Bert heeft alweer bij E en M onder de auto gekeken of alles nog klopt. Gister had de Defender namelijk ineens een geluid dat niet goed klonk. Metaal op metaal, dat moest even goed onderzocht worden. De kampeerplek gister was erg zanderig en toen we een plat plekje probeerden te bepalen toen kwamen wij vast te zitten in het zand. We hebben op de auto een lier, een mooi moment om die eens uit te proberen. De lier werd uitgetrokken en vast gemaakt aan de auto van E en M. Het was een zware klus voor de lier en toen we weer los waren, deed de lier het niet meer. Hij moest afkoelen werd bedacht en terwijl dat gebeurde gingen de mannen een blokje om met de Def om te kijken wat er aan de hand was.
Na 15 meter gereden te hebben, kwamen ze in de achteruit weer terug. Schokbreker was kapot. E verteld dat hij een extra schokbreker in de auto heeft. Bert zegt meteen: “dan zetten we die er toch onder”, “we moeten wel even checken we het goede gereedschap bij ons hebben”
Zogezegd, zo gedaan, het gereedschap wordt verzameld en in no time liggen de mannen onder de auto. De krik komt er niet eens aan te pas. De schokbreker is binnen 20 minuten verwisseld. Topprestatie.
De lier is voldoende afgekoeld, maar wil het niet meer doen. Er ligt dus een rol van 20 meter staaldraad op de motorkap dat niet meer naar binnen gedraaid wordt. Bert haalt alles uit elkaar en ontdekt uiteindelijk dat het in het relais-tje zit. Veel piel en prutswerk later (denk 4x zo lang als de schokbreker vervangen) werkt de lier weer.
Vanochtend is Bert dus nog even onder de auto gedoken omdat hij een ideetje had over de oorzaak van de kapotte schokbreker.
Na het ontbijt vertrekken we. Het is vrij bewolkt en niet zo warm als de afgelopen dagen.
We willen vandaag maar een klein rondje game drive rijden omdat we vanmiddag een relaxte middag willen hebben.
We rijden weer met een gangetje van 30 km per uur door het park en zien weer allerlei dieren.
Ik zie voor het eerst een waterbok, prachtig sierlijke bok met op zijn billen een witte ring, schietschijf.
We zien weer veel impala’s, kudu’s, wildebeesten, wilde zwijnen en zebra’s. We zien ook weer de nodige olifanten maar ik merk dat ik toch wel een beetje olifanten stress heb. Geleidelijk ontspan ik gedurende de rit. De olifanten zijn wat op afstand en reageren niet zo agressief als de olifanten van gister.
Hoogtepunt van de dag is toch wel dat we nijlpaarden zien. We zien ze eerst bij de dam, daar zwemmen er veel rond.
Eenmaal op de camping blijkt dat onze kampleerplek uitkijkt over de rivier en op een zandplaat liggen daar allemaal nijlpaarden te slapen. Geweldig. Ze zijn zo groot en log en lelijk dat ze eigenlijk weer mooi worden. Er liggen wat oudere nijlpaarden maar ook wat kleintjes. Ze grommen en grunten naar elkaar en het klinkt voortdurend alsof er iemand op een didgeridoo speelt. Ineens staat de hele bups op en rent naar het water, plons, plons en iedereen is weg. Je ziet af en toe wat oortjes en oogjes boven water komen en dan ineens een hele kop die waterspuit en geluid maakt. Een wat ouder nijlpaard hangt steeds voor onze kampeerplek in het water en kijkt naar ons. Ze zullen niet het water uitkomen terwijl wij hier zitten, vannacht misschien, hopen we.
Een kampeerplek is overigens een mooi gelegen in dit park. Ze liggen allemaal aan de rivier en zijn ruim opgezet met een plek waar je een vuurtje mag maken en een kraan met water. Niet altijd drinkbaar water maar wel goed genoeg om je handen mee te wassen. Deze keer staat er zelfs een gazebo op. Een huisje met een rieten dak en een cementen tafel waar je in de schaduw kunt zitten of droog blijft als het regent.
Het sanitair heeft een zonnepaneel dus er is warm water zolang het licht is.
De Zimbabwanen die we tot nu toe ontmoet hebben zijn ontzettend aardig en behulpzaam.
Morgen rijden we naar een stad, Bulawayo.
Gisteravond wel veel nijlpaarden gehoord maar er is er geen een aan land gekomen. Vanochtend toen ik uit mijn tent raampje keer zag ik nog wel een krokodil langs zwemmen. Gelukkig zwom hij door, ik ben liever geen kroko ontbijtje.
Nu zitten we even bij de receptie te mailen en daarna door naar de stad.
Tochtje van 5 a 6 uur over gravel.
van Chilojo Cliffs campsite naar Shinguli campsite 100 km
Om 06.00 uur gaat de wekker. We willen graag de zon op zien komen boven de Chilojo Cliffs.
Helaas is het een bewolkte ochtend en breekt de zon niet echt door, desalniettemin een geweldig begin van de dag.
Het luipaard dat vannacht langs is geweest maakt wel dat we zeer alert koffiedrinken en ontbijten. We blijven de omgeving scannen en ieder geluid krijgt even aandacht.
De impala’s lopen rustig om en door het kamp en de apen blijven ook op patrouille.
We pakken alles in en rijden rustig weg.
We rijden over een bochtig pad met veel struiken en boompjes met een gangetje van zo’n 30 km per uur.
De weg draait en ineens zien we een grote olifant. Hij schrikt duidelijk van ons maar wij ook van hem.
Hij is echt niet blij, hij loopt van de weg maar draait zich om blijft staan en trompettert luid.
Een zeer indrukwekkend geluid.
We blijven staan met draaiende motor en zien hem achter een bosje verdwijnen, na een minuut of 5 rijden we langzaam weer door.
De weg maakt weer een bocht en ineens komt van links de olifant op ons afgerend in volle vaart.
Wij remmen en staan stil. Bert en ik verstijven en de olifant blijft op 10 meter voor de auto stil staan. Zijn oren staan uit en hij richt zijn kop op en trompettert weer luid. Hij schudt zijn kop. Hij wil ons intimideren, en dat lukt.
Mij hartslag gaat naar zo’n 160 per minuut, ik til de camera op en schiet wat foto’s door de voorruit. De olifant kijkt nog een keer naar ons en loopt rechts van de weg af.
Godsakkers…. ik voel de adrenaline door mijn lijf gieren. Onze vrienden rijden achter ons en via de walkietalkie overleggen we even. We blijven staan en wachten weer zo’n 10 min.
Rustig trekt Bert op en we rijden stapvoets vooruit. We scannen de omgeving af en ineens zien we hem weer staan. Hij is links van de weg in het veld en kijkt naar ons.
Hij trompettert nog een keertje maar blijft staan terwijl wij rustig doorrijden.
PFFFFF, ik durf weer adem te halen en langzaam zakt mijn hartslag.
We rijden door en we blijven alert op olifanten. Gelukkig staat de rest ver van de weg en hebben we geen direct contact meer.
Bij een volgende rivier doorwading ontmoeten we 2 jonge stellen die staan te kijken naar een luipaard. Het luipaard is er niet meer maar zij vertellen dat ze leeuwen bij hun kamp hadden. Wat een mooi cadeau zou dat zijn, ik hoop dat we ze te zien krijgen.
We wisselen wat ervaringen uit en gaan weer op pad.
We zien een kudde zebra’s en buffels en nog meer impala’s en kudu’s.
We arriveren om 15.00 uur op onze kampeerplek. Weer een prachtige plek aan de rivier.
We boffen enorm, er is maar 1 plek bezet.
Het park is nog niet erg toeristisch en dat merk je onderweg. Er zijn weinig andere auto’s maar de dieren zijn ook zeer schichtig.
En de olifanten dus erg territoriaal en agressief.
Onze plek ligt aan de oever van de Runde. Het is een rotsige rivierbodem en het water staat hier laag. Tussen de rotsblokken zwemmen de nijlpaarden en krokodillen.
Gelukkig is er aan onze kant geen gras dus daar komen ze niet omhoog en de krokodillen ook.
Tijdens de borrel horen we de nijlpaarden grommen en grunten maar het is al donker dus we zien ze niet. Jammer, misschien bij de volgende kampeerplek morgen.
Even over ons avondeten. We hebben hier natuurlijk geen volledige keuken aan boord maar wel elke avond een kampvuurtje en een gaskookstel. Gisteravond hebben we op het vuurtje een heerlijk ossehaas gebakken, daarbij gepofte aardappel en een maiskolf. En we hadden heerlijke peertjes gevuld met blauwe kaas op de bbq in een bakje dat we gevouwen hadden van alufolie. Heerlijk, we eten eigenlijk elke avond wel een fantastisch maaltje. In de beiden auto’s zitten dus “koelkasten” en “vriezer” die hebben we goed gevuld voor we vertrokken en nu bedenken we elke dag wat we met de spullen in de “voorraadkast” kunnen maken.
4 creatieve smulpapen in de bush en elke avond is een culinair feestje.
van zuid naar noord Gonarezhou 110 km
We wilden olifanten we kregen olifanten. Gisteravond zaten we bij het kampvuurtje in het donker gezellig te kletsen, toen we ineens geklots door het water hoorden. Na een tijdje stil zitten en luisteren besloten de mannen op onderzoek te gaan. Met een hoofdlampje en een zaklamp gingen ze richting de rivier. Freek en Freek in het wild. Het schijnsel van de lamp verdween en het werd stil. Opeens kwamen ze weer tevoorschijn. 2 olifanten op de zandbank in het midden van de rivier. Geweldig gezicht en de mannen helemaal blij met hun actie en resultaat. M en ik kijken elkaar aan, dat willen we ook zien. We lopen naar de rivier maar zien niks. We hebben het gevoel dat ons iets wijs gemaakt is, maar de mannen zijn terug gekomen en warempel aan de overkant van de rivier staan 2 olifanten te poedelen.
Geweldig gezicht die grote beesten die met hun slurf elkaar nat sproeien.
We houden weer alle raampjes van de tent open als we naar bed gaan maar er komt geen olifant in het kamp. De volgende ochtend even langs het kantoor om afscheid te nemen en even een verhaal te posten voor de blog, daarna op pad.
We rijden op ons dooie gemakje naar het Noordelijk deel van het park.
Onderweg zien we kudu’s, wilde beesten, olifanten en impala’s. Impala’s kun je herkennen aan de zwart M op hun billen, dat het is het McDonalds teken voor de leeuwen en luipaarden. We spotten 2 giraffen maar als we nog een keer kijken, lijken ze verdwenen.
De camouflage van alle dieren werkt geweldig goed. In een dierentuin denk je vaak, wat opvallend die vlekken van de giraf maar in het wild, zie je ze niet als ze in een bosje staan. Hetzelfde geld voor de zebra’s en struisvogel die ineens voor ons uit loopt over de weg.
Hij verdwijnt in de struiken en we moeten wel 3 kijken voor we hem weer terugzien.
We stoppen bij een meer om te lunchen. We realiseren ons dat we in de wildernis zijn en scannen eerst het water af, geen nijlpaarden. Vervolgens kijken we goed hoe open het terrein is en of we dieren kunnen zien naderen, als alles goed gekeurd is komt de percolator tevoorschijn en maak ik een kopje koffie.
Blijft een apart gevoel om zo alert te zijn terwijl we een kopje koffiedrinken.
We moeten de rivier de Runde oversteken om bij ons kamp te komen. We hebben een privé kamp geboekt tegenover de kliffen. Door het park loopt een hoge rotswand en daar loopt de rivier de Runde voor. De rivier is nu op zijn laagste punt en we moeten door het mulle zand en een stuk water, weer mul zand en dan de rivierbank omhoog. Mooi stukje rijden. De auto is geweldig en doet alles op zijn gemak.
Onderweg naar de rivier roept M via de walkietalkie: STOP, kom terug. We rijden achteruit terug en kijken naar een wit vlekje in het hoge gras, met de verrekijker erbij wordt het duidelijk, een luipaard. Die heb ik nog nooit in het echt gezien, geweldig. Het is een echt gevalletje wie kijkt naar wie…..wij staren naar het luipaard en het luipaard staart naar ons. Na een minuut of 10 staat zij (het is n vrouwtje) op en verdwijnt achter wat struikjes, weg.
Jemig wat een mooi beest.
We steken over en rijden naar ons kamp. Het uitzicht is geweldig en we worden verwelkomd daaro baboons= apen. Dat zijn geen gezellige mede- kampeerders. Ze zijn hondsbrutaal en maken alles kapot. Toeristen hebben ze vaak te eten gegeven en daardoor zijn ze niet bang meer voor mensen, helaas.
Apen hebben 1 voordeel, ze gaan rond 18.00 uur slapen. De last is dan voorbij tot de zon opgaat.
In de rivierbedding spelen 2 olifanten en daar kijken we naar. We zetten ons kampje op en met een drankje praten we vooral over de waarschuwingen die we kunnen krijgen vanuit de natuur als er gevaar dreigt. Die luipaard van vanmiddag is wel een natuurlijke vijand van ons, net als de leeuwen die ook in het park aanwezig zijn. We kamperen echt midden tussen deze dieren en er is geen hekje of alarm.
Apen waarschuwen anderen door hard en vaak achter elkaar te “roepen” en olifanten verjagen ze, olifanten zijn niet bang voor deze beesten.
De avond vliegt voorbij en ik leer ook hoe een luipaard klinkt en een hyena. Heerlijk om met vrienden te reizen die zeer ervaren zijn.
Ineens zijn we alle 4 stil, we horen geschuifel in de struiken. Het houdt even op maar dan begint het weer, en er breken takken af. We kijken gespannen naar de rand van ons kamp.
Wat ruist er in het struikgewas???
Een zaklamp wordt op de struiken gericht en daar staat een olifant. Hij blijft staan tot de zaklamp uitgaat en dan loopt hij weer door. Als het geluid recht achter ons is kijken we nog een keer met de zaklamp en weer staat de olifant stil. We doen het licht uit en het beest loopt rustig weg van het kamp.
Met name het geluid van het luipaard herken ik als ik rond 05.00 uur wakker wordt. Ik denk eerst dat ik het graag wil horen maar als we allemaal op zijn hoor ik dat het andere stel het ook gehoord heeft. Het was een luipaard en hij was, verdomd, dichtbij!
Jeetje, eerst een luipaard gezien en daarna een luipaard gehoord. Wat een top dag weer.
Rondje Gonarezhou 70 km
We worden wakker om 06.30 uur en na een snelle koffie gaan we op pad.
Tijd voor een heuse game-drive. Een game-drive is gewoon een tocht met de auto die vaak enorm, ontzettend vroeg in de ochtend is omdat je dan alle dieren kunt zien. Ze verplaatsen zich in de koele ochtend en slapen in de middag.
Als je het georganiseerd doet dan zit je om 5.00 uur ’s ochtends in een open auto te vernikkelen. Zo’n tocht duurt vaak een uurtje of 3-4 en je wordt meegenomen naar de plekken die bekend zijn bij de organisatie.
Het is nu winter dus de dieren zijn nog niet vroeg op pad, gelukkig voor ons.
We vertrekken om 07.45 uur en rijden met een rustig gangetje door het park. Onze eerste stop is Makwakwani. Het is er erg stil als we aankomen en we horen een watervalletje of zo. Bert gaat op onderzoek en wij genieten van het uitzicht over de rivier. Bert komt terug gelopen en maakt van zijn arm een slurf…olifanten.
We lopen snel naar het overdekte hutje en gaan stil zitten op het bankje dat daar staat. Beneden ons aan de overkant van de rivier staat een kudde olifanten. De grote olifanten hebben allemaal hun slurf in lucht, ze ruiken ons en misschien ook nog wat natuurlijke vijanden. Ze vormen een dichte groep om hun jonge olifantjes en blijven met de slurf in de lucht staan. Ineens verandert de kluwen in een soort stervorm. Er is een heel erg jong baby olifantje bij en dat wordt het middelpunt van de ster de rest staat eromheen en kijkt en snuift.
Wij blijven doodstil zitten en genieten. Wat een geweldig gezicht. Ineens komt er beweging in de formatie. Ze lopen achter elkaar naar de rivier en beginnen die over te steken. Het kleintje wordt steeds uit zicht gehouden en bevindt zich midden in de rij.
Heel rustig steken ze over. Eenmaal aan de overkant zien we dat de grote olifanten natte poten hebben maar de bay is compleet nat, zo diep was het water voor hem.
Langzaam verdwijnt de groep in het struik gewas en wij lopen rustig terug naar de auto’s nog nagenietend van het spektakel.
Op weg naar de auto buigt onze vriend ineens rechtsaf en wijst. Tegen de heuvel aan de overkant klimt de groep olifanten rustig en bedaard omhoog. We lopen zachtjes naar de rand maar ineens blijft de hele groep olifanten staan. Er wordt geen geluid gemaakt maar elke olifant staat doodstil met zijn rug naar ons toe. Hele even staat de tijd stil en ineens begint de voorste weer te lopen en loopt iedereen weer mee. Ze komen langs een plekje met los zand en bestuiven zichzelf en elkaar met het zand. Het zand beschermt ze tegen de zon, beestjes en koelt ze lekker af. Wow, we gaan helemaal onder de indruk naar de auto’s. Wat een mooi begin van de dag. We rijden in een rsutig tempo van 25 a 30 km per uur verder en komen bij de volgende plaats. Hier helaas geen beesten maar wel een practig uitzicht.
We besluiten bij de volgende plek een kopje koffie te maken en een omletje te bakken. Ontbijt met een vieuw. En wat voor vieuw. We komen aan bij Nyavasikana en lopen naar de rivier. In de rivier zwemmen 2 nijlpaarden. Die zijn een ochtendbad aan het nemen.
Wat een geluk hebben we. De nijpaarden zwemmen, duiken onder en komen met geproetst en gegrund weer boven. Rustig zetten we ons tafeltje en onze stoelen neer en met een kopje koffie genieten van het schouwspel.
Nijlpaarden zijn eigenlijk helemaal niet vriendelijk maar ze weten dat wij er zijn en zullen niet uit het water komen dus we hoeven niet bang te zijn. Er wordt een omelet gebakken en nog maar eens koffiegezet en na een uurtje aan de rivier vertrekken we weer. We rijden nog een tijdje rond in het park en zien nog een olifant in de bosjes die met een boomstronk in de weer is maar verder is het stil en rustig. We rijden terug naar het kamp en realiseren ons dat het wel een hele bijzondere dag is geweest. Morgen gaan we naar het noordelijk gedeelte van dit mooie park. Daar schijnen meer dieren te zijn.
Volgende keer meer en wie weet vanavond/ vannacht bezoek van olifanten in het kamp.
Kuduland- Gonarezhou 255 km
Om 06.30 uur gaat de wekker. Vandaag hebben we een lange tocht voor de boeg. We moeten zo’n 255 km rijden over gravel. Gravel zijn gemalen dakpannen die uit worden gestrooid en aan worden gedrukt, dit kan op plekken een wasbord effect geven en is natuurlijk ook stoffig.
Op een gravel weg rij je over het algemeen zo’n 80 km per uur, tenminste dan is het comfortabel rijden.
Het is wel vermoeiend rijden omdat het nogal kan hotsen en klotsen want het is natuurlijk nooit zo mooi als asfalt.
Onze regel “In Afrika tank je als je tanken kan” gaat meteen niet op. We stoppen bij het eerste tankstation en daar is geen diesel. Op naar het tweede, ook leeg en zelfs het derde en vierde tankstation zijn leeg. Op mijn vraag; “….en wanneer is er dan diesel?” wordt gereageerd met schouderophalen. “Met deze regering, weet je dat nooit”
Onze beiden tanks zijn nog vol dus we maken ons niet meteen zorgen. Over een paar dagen zijn we in Bulawayo en dat is een grote stad waar we verwachten weer te kunnen tanken.
De gravelweg valt niet tegen en langs de weg zijn allemaal kleine dorpjes en groepjes huisjes met een hek eromheen. Alle huisjes zien er prachtig uit en iedereen erf is keurig aangeharkt of gebezemd. Dit doen ze om ongedierte te spotten. Zodra een slang of ander dier je keurig aangeharkte erf op komt kun je dat zien in het zand en ben je gewaarschuwd. Een prachtige natuurlijke oplossing.
In Afrika moet je er ook altijd rekening mee houden dat de weg, weg kan zijn. Dat overkomt ons op deze dag ook. Alleen is niet de weg, weg maar de brug. Via de rivierbedding steken we over en komen veilig aan de overkant.
Gonarezhou National Park was een verouderd park met weinig middelen. Er is iets veranderd, overal staan keurige wegwijzers en de receptie ziet er netjes uit. Het is niet druk en we kunnen een camping plek kiezen. We kiezen plek 1 met zicht op de rivier en het verst weg van alle andere gasten. We zien meteen dat er olifanten afdrukken op de plek zijn. Dit betekent dat er een olifantenpaadje loopt over onze plek naar de rivier.
We zetten ons kamp op en maken een lekker vuurtje. Een drankje bij het vuurtje met uitzicht op de rivier en het wordt langzaam donker. We horen de olifanten wel, ze snuiven en maken wat geluid maar zien ze niet. Als we gaan slapen maak ik alle ramen open van de tent zodat ik ze vannacht kan zien als ze langs komen.
De sterrenhemel hier is zo prachtig en helder dat je daarmee je omgeving goed kunt zien.
Helaas komt er die nacht geen olifant langs.
Weer een mooie dag voorbij en nog veel te gaan.
Zandspruit- Kuduland, Zimbabwe 385 km
De wekker gaat om 06.00 uur en meteen is er actie. Laatste dingen inpakken en regelen en dan op pad. Helaas moeten we een korte tussenstop maken bij de lokale 4x4 shop. Gister hebben we een nieuwe navigatie gekocht maar Bert krijgt hem niet aan de praat. Dat kan natuurlijk niet. Hij heeft gisteravond tot 23.00 eraan gewerkt maar het ding doet het gewoon niet. Om 08.00 gaat de zaak open en om 07.55 uur staan we voor de deur. De verkoper is meteen bereid om te helpen en om 08.15 uur rijden we weg met een werkende navigatie. Een beveiligingsvoorzorg van de fabrikant. We hadden van onze vrienden een kaartje gekregen met alle 4x4 routes van Afrika maar de fabrikant wil dat je een nieuwe koopt. Big business. Nieuw kaartje en we kunnen gaan.
De reis naar de grens met Zimbabwe verloopt voorspoedig. Het is mooi weer en er is geen groot oponthoud.
Bij de grens begint het spel van kalm en koel blijven en je niet laten gek maken door allerlei mensen die je willen “helpen”. Hulp betekend in dit geval dat ze dingen voor je regelen die jezelf prima kunt regelen maar daar exorbitant veel geld voor vragen.
Eerst verlaat je Zuid-Afrika, je moet naar de douane en naar emigratie en wat vooral belangrijk is, is dat je alle stempeltjes haalt. In Afrika zijn ze gek op stempeltjes. Niks digitaal gewoon een stempel en ouderwets carbonpapier. Dat werkt het beste, zeggen zij.
De rij bij de grens kun je vergelijken met een dagje Efteling, je komt aan bij de Droomvlucht en de rij is zo lang dat je meteen weer om wilt draaien, maar ja…. dat is geen optie. De rij lijkt eindeloos en iedereen staat of zit geduldig te wachten. Het is een kleurrijke bonte stoet.
De dames sluiten achter aan en de heren gaan kijken of er niet iets te regelen valt. Na enkele minuten worden we geroepen. De heren zien een kans, we moeten gewoon aansluiten bij een rij en doen alsof we daar horen. En inderdaad het werkt, binnen de kortste keren hebben we de benodigde documenten en stempeltjes en kunnen we Zuid-Afrika verlaten. Zeer mistroostige rit. Je verlaat het land en gaat via Niemandsland, over een brug die naar de volgende grenspost. De voetgangers lopen via een brug die afgezet is met prikkeldraad naar de volgende grenspost. Hier willen mensen ons graag helpen en we moeten ze echt van ons afslaan als horloge verkopers. De dames sluiten weer aan bij de rij voor “Droomvlucht” en de heren gaan polshoogte nemen. Ook hier worden we weer naar enkele minuten geroepen. We mogen naar een bepaald loket en daar worden we geholpen. We moeten onze paspoorten inleveren voor het visum en ondertussen gaan de mannen de auto invoeren en allerlei belastingen regelen. Wij rijden met een huurauto daar moeten we een extra verzekering voor afsluiten. Dit is voor allerlei mensen weer een uitgelezen kans om je “te helpen” lees geld af troggelen. Het is een welbekend verschijnsel maar de regering en politie doet er niks aan, behalve je waarschuwen. Uiteindelijk hebben we geen keuze en moeten het door een “mannetje” laten doen die volgends de douna beambte geaccriditeerd was om het te doen. Kost een sloot met dollars maar we zijn verzekerd en dat is belangrijk. Nadat we alle papiertjes en stempeltjes hebben gehaald, op naar de politie…weer een schemerig kantoortje met alleen een tafel en een dame, zonder uniform die je papieren bekijkt en het goed keurt.
Volgende stap stukje rijden met de auto, parkeren, papiertje inleveren en je mag weer verder. Dit herhaalt zich zo’n 3 x en we zijn in Zimbabwe.
Uiteindelijk is het dus nog best soepel verlopen. Dit is niet altijd voor iedereen zo. We ontmoeten een Belgisch gezin dat “hulp” geaccepteerd heeft van een mannetje en $250 kwijt was omdat het mannetje zich snel uit de voeten maakte.
Snel naar onze eerste camping.
We arriveren lekker vroeg en zetten snel kamp op. Biertje, wijntje en vuurtje.
Ja dan is de vakantie begonnen. Vroeg naar bed want morgen zon’n 5 uur gravel road naar Gonarezhou National Park. In het oosten van Zimbabwe.
Ik schrijf dit stukje in de ochtend. De tent slaapt heerlijk en met ons eerste potje koffie en geroosterd boterhammetje hebben heerlijk in de zon ontbeten. Nachten zijn verschrikkelijk koud maar zodra de zon opkomt is het heerlijk warm. De komende dagen geen berichtjes ivm wifi.
Hoekspruit
Gisteravond bij onze vrienden aangekomen en heerlijk gegeten.
Vanochtend maar eerst eens goed de auto bekeken in volle glorie en een indeling gemaakt.
We hebben zoveel plekjes waar we iets kunnen stoppen, het is geweldig maar je moet er wel voor zorgen dat het logisch is en je er ook weer zo bij kunt.
In de middag boodschappen gedaan, nu hebben we nog een goede supermarkt maar vanaf morgen wordt dat een heel ander verhaal. We gaan eerst naar Zimbabwe. Er zijn daar binnenkort verkiezingen en het land is arm. Er is eigenlijk geen geld dus het is belangrijk om voldoende dollars bij je te hebben om een camping maar vooral brandstof mee te kunnen betalen.
Ik heb in de auto 1 koelkast en 1 vriezer, dit zijn 2 “kisten” die op de accu werken en op het zonnepaneel dat we op het dak hebben. De vriezer zit al vol met glutenvrij brood maar er moet ook wat vlees bij zodat we weinig boodschappen hoeven te doen in Zimbabwe. Niet alleen weten we niet precies wat er aanwezig is in het land maar omdat de economie zo slecht is, is het lokale geld op. Mensen ruilen veel of gebruiken daarbij government bonds die voor ons geen enkele waarde hebben. Het enige dat werkt zijn keiharde dollars maar de wisselkoers is afhankelijk van de degene met wie je wisselt en ze hebben nooit wisselgeld.
Nadat alle boodschappen zijn gedaan rijden we over het Estate waar onze vrienden wonen. Het is meteen raak, we zien springbokjes, wilde zwijnen, kudu’s, wildebeesten en een giraffe familie. Ze zijn allemaal erg nieuwsgierig maar ook schichtig. De giraffe familie blijft stil staan en ook als we uit stappen rennen ze niet weg maar blijven ons observeren. Het zijn zulke indrukwekkende beesten. Grote lijven en dan die prachtige ogen met lange wimpers. Ik kan er uren naar blijven kijken. Het kleintje probeert bij moeder te drinken maar die heeft daar helemaal geen zin in en loopt iedere keer weg.
’s Avonds op tijd naar bed want morgen gaat de wekker om 06.00 uur. We gaan de grens over bij Zimbabwe.
Iedereen die wel eens in Afrika een grens over is gegaan weet dat een ingewikkelde, tijdrovende maar ook zeer bijzondere gebeurtenis is.
Onze 2e dag in Afrika zit erop maar we kijken uit naar onze reis en de mooie dingen die we gaan zien en doen.